Ik was om half twee in Roosendaal en Niek reed net voor me, Joep stond al te wachten en heel even later was Jesse er ook, dus met zijn vieren lekker aan het werk.
Met Joep samen de molen op de wind gekruid en onder commando van Jesse de binnenroede opgezeild. Omdat we eerst de zakken mais naar boven moesten luien was besloten om de molen te laten draaien met twee halve en als we zouden gaan malen moest er op de binnenroede twee volle komen en op de buitenroede twee halve.
Misschien even uitleggen wat de binnen- en buitenroede zijn en wat er met die halve bedoeld wordt.
Wat door de 'burger' 4 wieken genoemd wordt zijn eigenlijk twee roede. De roede zijn door de askop gestoken. Hieronder zie je een bovenas met een askop. De roede worden door dat vierkante gat gestoken en dan met wiggen vastgezet. Zoal je kunt zien is er een gat wat dichter bij de as zit en eentje die er verder vandaan zit. De roede die door het rechtopstaande gat zit is de binnenroede en die door het horizontale gat zit is de buitenroede.
En dan de zeilvoering, want dat is het verhaal van de halve en hele. Er zijn trouwens meer van die uitdrukkingen, zo kennen we ook een duikertje of een stormeindje.
2 = het duikertje
3 = een lange halve
4 = een halve
5 = de hoge lijn
6 = het stormeindje
5 = de hoge lijn
6 = het stormeindje
Het zeil heeft 3 zwichtlijnen (als je goed kijk op de tekening zie je 3 maal een stel plooitjes aan de linkerzijde van zeil nummer 1) en met behulp van die zwichtlijnen kunnen we gemakkelijk een zeil aanpassen of vastzetten. De onderste zwichtlijn los en het zeil oprollen. Zo bereik je situatie 4 ...
Dus eerst hadden we we op de binnenroede de zeilen zoals bij 4 van de afbeelding en tijdens het malen hadden we op de binnenroede 2 volle en op de buitenroede 2 halve zeilen.
Na het opzeilen hebben we de molen een minuut of tien voor den prins laten draaien, dit betekent dat de molen draait zonder dat de stenen draaien.
Daarna zijn we de zakken naar boven gaan luien. Hiervoor zit er een as waar een touw rond gewonden is en met behulp van de windkracht kan er dan een zak omhoog gehesen worden. Er waren 15 zakken en er kunnen twee zakken tegelijk omhoog. Joep en ik de zakken aanslaan en Niek en Jesse konden ze naar boven halen. Zo was de lading mais snel boven.
Daarna hebben we de molen stilgezet en de zeilvoering aangepast omdat het malen wat meer kracht kost. Eerst de twee halve verder uitrollen en alles op de juiste manier vastzetten. Dan heb je twee hele zeilen op de roede (wieken). Daarna op de buitenroede weer twee halve gelegd. Op deze manier heb je controle over de snelheid waarmee de molen draait. En draaien deed het, hieronder zie je een foto van het bovenwiel en het steenrondsel.
Het grote wiel draait ongeveer 10 tot 15 omwentelingen per minuut en de staande as draait met het kleine wiel draait ruim 6 maal sneller. Aan deze as zit de loper, de bovenste steen van de twee. Dit rondsel en de steen draaien dus met circa 60 - 100 omwentelingen per minuut rond.
Tijdens het malen is het redelijk rustig in de molen, af en toe een zak wisselen of mais in de kaar kiepen. En dan steeds maar controleren of het maismeel goed van grofte is.
Doordat we een goede wind hadden was het malen zo gebeurd. 10 zakken met circa 25 kg maïsmeel per zak was na een uurtje voor elkaar. Daarna het verloren meel en stof bij elkaar geveegd en opgeruimd.
De molen weer afzeilen, de pal in de tanden gelegd, de kneppel op de vang gezet, het vangtouw binnengehaald, de bliksemafleider weer vastgemaakt en alle kettingen en sloten weer bevestigd. Om half zes konden we weer naar huis.
Met zijn allen was dit een leuke dag.
Het weer:
Temperatuur 5-6 graden, de wind was zuid-west 3 Bft, krimpend naar het zuid 2 Bft. De barometer stond op 1016 hPa en daalde ietsjes.
Totaal 3,5 pratijkuren
Dus eerst hadden we we op de binnenroede de zeilen zoals bij 4 van de afbeelding en tijdens het malen hadden we op de binnenroede 2 volle en op de buitenroede 2 halve zeilen.
Na het opzeilen hebben we de molen een minuut of tien voor den prins laten draaien, dit betekent dat de molen draait zonder dat de stenen draaien.
Daarna zijn we de zakken naar boven gaan luien. Hiervoor zit er een as waar een touw rond gewonden is en met behulp van de windkracht kan er dan een zak omhoog gehesen worden. Er waren 15 zakken en er kunnen twee zakken tegelijk omhoog. Joep en ik de zakken aanslaan en Niek en Jesse konden ze naar boven halen. Zo was de lading mais snel boven.
Molen de Hoop in Roosendaal |
Het grote wiel draait ongeveer 10 tot 15 omwentelingen per minuut en de staande as draait met het kleine wiel draait ruim 6 maal sneller. Aan deze as zit de loper, de bovenste steen van de twee. Dit rondsel en de steen draaien dus met circa 60 - 100 omwentelingen per minuut rond.
Gedeelte van het boenwiel en het steenrondsel |
Het meel komt uit de schuine houten bak zo de zak inlopen |
Tijdens het malen is het redelijk rustig in de molen, af en toe een zak wisselen of mais in de kaar kiepen. En dan steeds maar controleren of het maismeel goed van grofte is.
Doordat we een goede wind hadden was het malen zo gebeurd. 10 zakken met circa 25 kg maïsmeel per zak was na een uurtje voor elkaar. Daarna het verloren meel en stof bij elkaar geveegd en opgeruimd.
De molen weer afzeilen, de pal in de tanden gelegd, de kneppel op de vang gezet, het vangtouw binnengehaald, de bliksemafleider weer vastgemaakt en alle kettingen en sloten weer bevestigd. Om half zes konden we weer naar huis.
Met zijn allen was dit een leuke dag.
Het weer:
Temperatuur 5-6 graden, de wind was zuid-west 3 Bft, krimpend naar het zuid 2 Bft. De barometer stond op 1016 hPa en daalde ietsjes.
Totaal 3,5 pratijkuren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten