Zondag de 18-de was de de laatste draaidag op de molen dit jaar. Volgende week is het kerst en de zondag er na is het 1 januari.
Op tijd wakker, lekker ontbeten en wat rondgelummeld.
's Middags op tijd weg, maar door vrachtverkeer en andere drukte toch wat gehinderd kwam ik niks te vroeg bij de Hoop aan. Niek en Joep waren er net, Jesse kwam even later aangefietst.
Na uitgebreid te hebben gekeken waar de wind vandaan kwam bleek er een graad of 30 gekruid te moeten worden. Het vaststellen van de windrichting werd bemoeilijkt door de windsterkte, of beter gezegd de windzwakte. De laatste weken / maanden worden we gehinderd door een soort windloosheid.
Bij het bekijken van de weerkaarten is dat ook niet zo verwonderlijk, want er ligt een hogedrukgebied met maar enkele hectoPascal (hPa) of mm waterkolom verschil. Dit gebied strekt zich uit van de Noordzee tot voorbij de Zwarte Zee en van de Middellandse Zee tot aan Noorwegen.
Dicht bij elkaar liggende isobaren (de dunne blauwe lijnen die gebieden van gelijke druk aangeven) betekenen veel wind. Maar zoals je ziet liggen de isobaren in de omgeving van Nederland nogal ver uit elkaar. Dus weinig tot geen wind. :-(
Nou ja, na controle, pal en kneppel vrijgezet, vangtouw naar beneden gedaan, stenen uitgelicht en uit zijn werk gezet. smeren van het hals- en penlager konden Joep en ik de zeilen gaan voorleggen. Ondertussen hebben Niek en Jesse de rood/witte veiligheidskettingen geplaatst.
En ja, na het lichten van de van de vang ging de molen draaien. Niet echt lekker doordraaien, maar heel langzaam draaide het gevlucht rond. Een half uur en daarna bleef het stilstaan. Geen beweging meer, ook de takken in de omgeving bewogen niet meer. Jammer.
Maar Niek had er rekening mee gehouden en had een blokje bijenwas bij zich en een verfstripper. Met deze twee attributen konden we de kammen wassen.
Voor de niet-molenaars misschien even uitleggen dat een kam iets anders is dan een haarkam. In een molen zijn houten tandwielen om de beweging van het gevlucht (wiekenkruis) over te brengen naar de stenen. Deze verbinding wordt gevormd door een aantal assen (oa. bovenas, koningsspil en steenspillen) en tandwielen (bovenwiel, bonkelaar, spoorwiel of steenschijf). En nu komen de kammen te voorschijn. Want kammen zijn de tanden van een tandwiel in een molen. Er zijn ook nog schijflopen, dit zijn dubbele houten schijven waartussen houten pennen zitten, die pennen noemen wij dan weer staven. Deze kammen en staven grijpen in elkaar. Omdat er behoorlijk wat kracht wordt overgebracht zouden de houten staven en kammen snel slijten. Op de foto hiernaast kan je duidelijk zien welke delen van het bovenwiel met bovenschijfloop in aanraking komen.
De kammen wassen is enkele keren per jaar nodig om overmatige slijtage te voorkomen. Niet moeilijk, maar wel noodzakelijk. Blokje verwarmen totdat er een beetje was gesmolten is, dit op de kam smeren en daarna de kam nog een beetje verwarmen zodat de was zich goed kan verdelen. Als dit kammen wassen regelmatig gebeurt zullen de vlakken netjes glad blijven.
Best wel een hoop werk, want het bovenwiel heeft 80 kammen en de bovenschijfloop 13 staven.
Net voor het donker werd, de zon ging om 16:33 uur onder, hebben we de zeilen geklampt en na verder alles opgeruimd te hebben zijn we naar huis gegaan.
Het was vandaag 8 graden, egaal grijs bewolkt, de wind was ZW 1-2 Bft en de luchtdruk was 1034 hPa en heel langzaam dalend.
Geholpen met de zeilen voorleggen, steen uit werk gezet, geholpen met zeilen klampen. Totaal 3,5 praktijkuren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten